Alles wat je moet weten over transitievergoedingen
Wanneer je een contract niet verlengt of een werknemer ontslaat, heeft de werknemer in veel gevallen recht op een transitievergoeding. Hieronder gaan we verder in op de regels en de hoogte van transitievergoedingen.
Wat is een transitievergoeding?
Een transitievergoeding is een vergoeding die een werknemer krijgt, nadat het dienstverband op initiatief van de werkgever is beëindigd. Met de vergoeding kan de werknemer zich bijvoorbeeld omscholen, een nieuwe baan zoeken of een eigen bedrijf starten. Sinds januari 2020 is het voor een werkgever verplicht een transitievergoeding te betalen bij het ontslag van een werknemer.
De maximale transitievergoeding verandert elk jaar en staat in 2024 op € 94.000,- bruto. Werknemers die per jaar meer dan dit bedrag verdienen, vormen een uitzondering op deze regel. In dat geval geldt een maximum van één keer het jaarsalaris.
De transitievergoeding wordt berekend op basis van het aantal jaren dat een werknemer in dienst is geweest. Vanaf de eerste dag van ingang van de arbeidsovereenkomst heeft de werknemer recht op een transitievergoeding; zelfs bij ontslag in de proeftijd.
Berekening van de transitievergoeding
De berekening van de transitievergoeding hangt af van het maandsalaris van de werknemer en de duur van het dienstverband. Hoe je deze vergoeding stap voor stap berekent, lees je hieronder:
- Basisberekening voor volledige dienstjaren: voor elk volledig jaar dat de werknemer in dienst is geweest, krijgt hij of zij 1/3 van het maandsalaris. De berekening start vanaf de eerste werkdag.
- Berekening voor gedeeltelijke dienstjaren: als de arbeidsovereenkomst minder dan een jaar heeft geduurd, of er zijn extra maanden naast de volledige jaren, gebruik je de volgende formule: (bruto salaris ontvangen over resterende deel van de arbeidsovereenkomst / bruto maandsalaris) x (1/3e van het bruto maandsalaris / 12). Deze formule gebruik je ook voor het berekenen van de vergoeding als de arbeidsovereenkomst korter heeft geduurd dan een jaar.
- Neem variabel loon mee: naast het bruto maandsalaris dien je ook alle aanvullende bonussen en vergoedingen mee te nemen in de berekening. Denk bijvoorbeeld aan de vakantietoeslag, bonussen, eindejaarsuitkering of speciale toeslagen en overuren.
Volg je deze stappen, dan zorg je voor een correcte berekening van de transitievergoeding. Mocht je hulp nodig hebben bij de berekening, dan heeft de overheid een speciale rekentool ontwikkeld die ook extra bonussen en toeslagen meerekent bij het berekenen van de transitievergoeding.
Houd rekening met cao afspraken!
Het kan zijn dat je met speciale regels te maken hebt die staan vermeld in de cao. Zo kan het zijn dat een ontslagen werknemer een vervangende voorziening moet krijgen in plaats van een transitievergoeding. Dit geldt alleen bij ontslag om bedrijfseconomische redenen.
Deze vervangende voorziening hoeft niet evenredig te zijn aan de wettelijke transitievergoeding, maar deze moet wel bestaan uit maatregelen ter voorkoming dat de werknemer werkeloos blijft. Dit kan in de vorm van een financiële vergoeding, of een combinatie van beide.
Scholingkosten zijn aftrekbaar
Heb je voor de medewerker extra kosten gemaakt, voor bijvoorbeeld outplacement of scholing? Let wel, deze kosten zijn aftrekbaar van de transitievergoeding. Daarnaast kun je ook de kosten die je hebt door een langere opzegtermijn, waarin de werknemer vrijgesteld is van werk, in mindering brengen op de transitievergoeding. De kosten moeten uiteraard altijd in overleg met de medewerker zijn gemaakt.
Heb je tijdens de arbeidsovereenkomst kosten hebt gemaakt om de inzetbaarheid binnen of buiten de organisatie te bevorderen, dan kun je deze kosten ook afhouden van de transitievergoeding, in overleg met de medewerker.
De inzetbaarheidskosten welke gericht zijn op de functie bij de andere werkgever of eigen onderneming van jou als werkgever, kun je in mindering brengen op de transitievergoeding.
Hoe werkt de betaling van de transitievergoeding?
De betaling van de transitievergoeding doe je in één keer. Als je niet in één keer de transitievergoeding kunt betalen, omdat het de bedrijfsvoering schaadt, mag je de vergoeding ook in termijnen betalen. Dit mag je spreiden over maximaal 6 maanden.
Als je de transitievergoeding in termijnen betaalt, ben je wel wettelijke rente verschuldigd vanaf 1 maand na het einde van het contract. De rente wordt gerekend over het niet uitgekeerde deel van de transitievergoeding.
Wanneer is transitievergoeding niet van toepassing?
Je hoeft niet altijd een transitievergoeding te betalen. Er zijn enkele uitzonderingen:
- Als de werknemer nalatig was of ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. In dit geval kan de kantonrechter de transitievergoeding alsnog geheel of een deel ervan toekennen aan de werknemer, naar maatstaven van redelijkheid.
- Bij ontslag van een werknemer onder de 18 jaar, die niet meer dan 12 uur per week werkte.
- Je bent geen transitievergoeding verschuldigd aan medewerkers die je na de AOW-gerechtigde leeftijd ontslaat (of een andere pensioengerechtigde leeftijd).
- Als je als werkgever failliet bent en uitstel van betaling of schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing zijn.
- Als er specifieke regels in de cao zijn over ontslag om bedrijfseconomische redenen. In deze gevallen is een vervangende voorziening van toepassing.
- Je hoeft geen transitievergoeding te betalen als de werknemer een volgend tijdelijk contract is aangegaan, vóór het eindigen van de huidige overeenkomst. Hierbij is het een voorwaarde dat het nieuwe contract na maximaal 6 maanden ingaat na het eindigen van het vorige contract (en tussentijds kan worden opgezegd).
- De transitievergoeding is niet van toepassing als je de werknemer een gelijkwaardig contract aanbiedt, voordat het tijdelijk contract afloopt.
Een transitievergoeding is niet van toepassing als je de werknemer aanbiedt om het contract tijdelijk te verlengen voordat het afloopt. Het maakt niet uit of het aanbod wordt geaccepteerd.