Eerste Kamer stemt definitief tegen extra verhoging minimumloon
Zoals vorige week al duidelijk werd, heeft de Eerste Kamer op 16 april 2024 het wetsvoorstel tegen extra verhoging minimumloon verworpen. Hierdoor gaat de extra verhoging per 1 juli 2024 met 1,2% niet door, maar de reguliere indexering wél.
Voorafgaand aan de parlementsverkiezing was een meerderheid van de partijen in de Tweede Kamer nog voor een extra verhoging van het minimumloon. Echter, in de Senaat stemde de BBB, (de grootste fractie) nu tegen, uit vrees voor de extra kosten, hoofdzakelijk door de koppeling met de AOW-uitgaven.
De Tweede Kamer heeft een maand voor de Tweede Kamerverkiezing, in oktober 2023, een amendement aangenomen om het wettelijk minimumloon extra te verhogen. Hiervoor was een spoedwet nodig die is voorgelegd aan de Eerste Kamer. Daar bleek nu geen steun meer voor de verhoging van het Wettelijk Minimumloon (WML).
Senatoren vonden de financiële gevolgen te groot, omdat verhoging van het WML ook een stijging betekent van sociale uitkeringen en de AOW.
Reguliere indexatie op 1 juli gaat wel door
Zoals gebruikelijk wordt het minimumloon vanaf 1 juli 2024 wel regulier geïndexeerd en aangepast aan de groei van de cao-lonen. Daarom stijgt het WML vanaf die datum met 3,09%.
Het minimumloon wordt daarmee per 1 juli a.s. € 13,68 bruto per uur. Die verhoging werkt ook door in uitkeringen zoals de bijstand, AOW en UWV-uitkeringen.