
Aanpassingen in de ketenbepaling ter voorkoming van draaideurconstructies
Het wetsvoorstel “Wet meer zekerheid flexwerkers” bevat diverse wijzigingen in de ketenbepaling om draaideurconstructies te voorkomen.
Momenteel gaat een tijdelijk contract automatisch over in een vast contract als een werknemer meer dan drie opeenvolgende tijdelijke contracten heeft gehad, of als een werknemer langer dan drie jaar meerdere tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever heeft gehad, tenzij de cao andere regels stelt.
De pauze tussen tijdelijke contracten is maximaal zes maanden. Voor tijdelijk terugkerend werk (niet beperkt tot seizoensarbeid) dat maximaal negen maanden per jaar kan worden uitgevoerd, mag de pauze maximaal drie maanden zijn, mits dit in de cao is vastgelegd.
Huidige pauze geschrapt
De regering stelt in het wetsvoorstel een lange administratieve vervaltermijn in en schrapt de huidige pauze. Deze lange administratieve vervaltermijn geldt ook voor uitzendkrachten. Voor studenten blijft een pauze van zes maanden gelden, mits zij aan de voorwaarden voldoen.
Voor terugkerend tijdelijk werk, waaronder seizoenswerk, blijven de huidige mogelijkheden om de pauze te verkorten tot drie maanden bestaan. De mogelijkheid om bij opvolgend werkgeverschap bij cao af te wijken van de duur van de ketenbepaling wordt geschrapt.
Om het perspectief op een vast contract bij structureel werk te stimuleren, wordt de mogelijkheid om bij cao af te wijken van het aantal en de duur van contracten afgeschaft.
Administratieve vervaltermijn van 60 maanden
De regering heeft besloten een administratieve vervaltermijn van 60 maanden in te stellen. Dit sluit aan bij de fiscale bewaartermijnen voor werkgevers, die verplicht zijn bepaalde (loon)gegevens vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de dienstbetrekking is beëindigd te bewaren. Volgens de regering is deze termijn ruim genoeg om draaideurconstructies te voorkomen en sluit deze goed aan bij bestaande verplichtingen. Binnen deze periode hebben werkgevers nog voldoende officiële gegevens van werknemers om te controleren of en wanneer zij eerder tijdelijk bij hen in dienst zijn geweest.
Terugkerend tijdelijk werk
De regering heeft besloten het advies van de SER MLT (Sociaal Economische Raad – Middellange Termijn) over terugkerend tijdelijk werk, zoals seizoenswerk, te volgen. Dit advies houdt in dat de huidige pauze gehandhaafd blijft. Dit type werk is niet het hele jaar door beschikbaar, maar maximaal negen maanden per jaar. De bestaande wettelijke mogelijkheden om de pauze te verkorten naar drie maanden blijven daarom van kracht.
Scholieren en studenten
De regering handhaaft de bestaande uitzondering van de ketenbepaling voor minderjarige werknemers en neemt het SER MLT-advies over om voor scholieren van achttien jaar of ouder en studenten met een bijbaan van twaalf uur per week een kortere pauze van zes maanden te laten gelden.
Opvolgend werkgeverschap
De regering past de regeling voor opvolgend werkgeverschap aan door de huidige mogelijkheid te schrappen om bij cao af te wijken van de duur van de ketenbepaling. Dit betekent dat alleen nog van het aantal contracten bij cao kan worden afgeweken, zodat uitzendkrachten nog steeds tijdelijk bij de inlener kunnen werken.
Vast contract na drie jaar en drie tijdelijke contracten
De regering wil ervoor zorgen dat werknemers uiterlijk na drie jaar en maximaal drie tijdelijke contracten een vast contract krijgen. Dit moet permanente tijdelijkheid bij dezelfde werkgever voor structureel werk voorkomen. Daarom worden de regels rond tijdelijke contracten aangescherpt.
De huidige mogelijkheid om bij cao af te wijken van het aantal (maximaal zes) en de duur van contracten (maximaal vier jaar) wordt afgeschaft. Werknemers moeten sneller zekerheid krijgen over een vaste aanstelling.
Ook bij uitzenden wordt de termijn van tijdelijke contracten verkort naar drie jaar (Fase A en B).
Het fasensysteem voor uitzendkrachten bestaat uit drie fasen: A, B en C. Dit systeem is vastgelegd in de CAO voor Uitzendkrachten en bepaalt de rechten en plichten van uitzendkrachten naarmate ze langer werken.
- Fase A: Deze fase duurt maximaal 52 gewerkte weken. In deze periode kan de uitzendkracht meerdere tijdelijke contracten hebben. Als er een onderbreking van meer dan zes maanden is, begint de telling opnieuw.
- Fase B: Na fase A komt de uitzendkracht in fase B, die maximaal drie jaar duurt. In deze fase kan de uitzendkracht maximaal zes tijdelijke contracten hebben.
Na fase B komt de uitzendkracht in fase C, waarin hij of zij een contract voor onbepaalde tijd krijgt.
Uit onderzoek blijkt dat in 17 cao’s gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om af te wijken van het aantal en/of de duur van de ketenbepaling, wat circa 24% van de werknemers raakt die onder deze cao’s vallen. De regering wil hier een einde aan maken en verwacht dat werkgevers na uiterlijk drie jaar en maximaal drie contracten een vast contract aanbieden.